Strand

Op het strand spoelt van alles aan. Veel is afval tegenwoordig, maar ook een groot deel zijn natuurlijke resten zoals zeewier, schelpen en dode kwallen. Deze natuurlijke resten spelen een hele belangrijke rol in het ecosysteem van het strand. Van deze rest leven namelijk allerlei kleine organismes zoals bacteriën, maar ook strandvlooien en vliegen. Deze laatste twee staan onderaan de voedselketen van het strand. De vliegen leggen hun eitjes in het aanspoelsel, waarna de larven en de strandvlooien hiervan gaan eten. Deze worden vervolgens weer gegeten door andere dieren zoals vogels. De vogels halen niet alleen voedsel uit het aanspoelsel, ze gebruiken het ook om te broeden.

De strandvlooien nemen de voedingsstoffen uit dit aanspoelsel weer mee de bodem in. Hierdoor kunnen planten overleven op voedingsarme vlaktes zoals het strand. En dat is heel belangrijk. Zonder deze planten zouden we namelijk geen bescherming hebben tegen de ruige Noordzee. Het werkt namelijk zo: wanneer er een plant groeit op het strand houd deze met zijn wortels het zand vast en voorkomt hij het verstuiven hiervan. Als dit niet gebeurde zou het strand beetje bij beetje wegwaaien. Het zand dat nog wel wegwaait, komt dan tegen de plant aan en begint langzaamaan een heuveltje te vormen. Met verloop van tijd wordt dit heuveltje hoger en hoger en resulteert dit uiteindelijk in een duin. Zonder de duinen zou ons land nu zee zijn.